De stand van Nederland en Delft
Hoe gaat het met ons? Is Nederland een onwijs gaaf land dat terecht in de mondiale top-5 staat van alle goede lijstjes (innovatie, bruto nationaal product, geluk, etc.)? Heeft onze jeugd gelijk als ze zichzelf tot de gelukkigste generatie van deze aarde rekenen? Of is dit beeld veel te rooskleurig? Is het juist onze burgerlijke plicht om onszelf te wijzen we onze tekortkomingen: een beroerd milieu, pensioenen die niet meer gegarandeerd kunnen worden, toenemende economische, sociale en culturele tweedelingen, enzovoort.
Bovenstaande vragen vormen tegenwoordig de kern van het politieke debat. Immers, als het goed gaat dan hoeft er niet veel veranderd te worden: never change a winning team. Maar als het slecht gaat dan is het hoogste tijd voor verandering, en die kan pijn doen: kill your own darlings. Interessant, is dat zowel aan de linker- als rechterkant er vurige pleidooien worden gehouden voor verandering. Maar daar houdt de consensus wel op. Over wat er moet veranderen verschillend de meningen nogal, zoals over het klimaat, inclusiviteit, Europa.
Cultuuroptimisten, alarmisten, conservatieven, optimisten, zijn in een fel debat verwikkeld over of we aan Oswald Spengler’s ‘Avondland’ is aangebroken of dat we aan de vooravond staan van een nieuwe periode van voorspoed. Het zou te eenvoudig en te voorbarig zijn om te stellen dat de waarheid in het midden ligt. Voordat we gezamenlijk concluderen is het goed en interessant om de verschillende opvattingen nog eens te benoemen, te analyseren en op waarde te schatten.
En hoe zit het met Delft in dit verband? Zijn wij hier een beetje gelukkig? Hoe scoren wij op al die ‘lijstjes’? Of is het hier ook een en al treurigheid?